Benieuwd wat voor soort hobby-ouder jij bent? Competitief, alleswetend, de gezelligaard, de pamperouder of de overlever? Doe hier de test!
Jij bent diegene die luidkeels staat mee te roepen aan de zijkant van het sportveld en je kind mee coacht. Reden: je hebt dezelfde hobby ooit zelf, al dan niet met verve, gedaan en voelt je weer helemaal jong en vitaal als je je zoon of dochter ziet rondlopen of spelen op dat instrument… Je kent er veel van en geeft constant feedback over wat er goed is en wat er beter kan. Het kan ook zijn dat je de hobby in kwestie nooit zelf hebt mogen beoefenen en die eeuwenoude passie nu hoog oplaait… ‘Had jij maar’…
Je merkt dat je een beetje overdrijft als je de ene analyse na de andere geeft over hoe een repetitie of training is verlopen en je gesprekspersoon (een wijntjesdrinkende gezelligaard of een lakse ouder in elk geval) met de mond open naar je aan het staren is. Probeer het ook voor je kiddo een beetje gezellig te houden: merk je dat die arme stakkerd regelmatig ‘Jahaaaa mamaaaaa/papaaaa!’ zucht terwijl hij/ zij met de ogen rolt, dan weet je dat je net iets te, euh, freaky bent…
De übercontrolerende, alleswetende ouder
Ze bestaan: de mensen die altijd van élke wedstrijd of repetitie op de hoogte zijn, nooit een item vergeten en je raar bekijken als jij dat wel eens doet. Ze hebben alle fouten en punten gecontroleerd tijdens een wedstrijd of optreden en zien het eerder dan de docent/scheidsrechter wanneer iets niet correct is verlopen. Heb een beetje medelijden met die andere malle ouders, lieverd, niet iedereen heeft het zo onder controle zoals jij…
Jij bent de ouder die bereid is voor je kind heen en weer te rijden, maar dan moeten er wel andere toffe ouders aanwezig zijn met wie je een babbeltje kunt slaan. Bij de wedstrijd ben jij diegene die een volledig verslag kunt geven over het leven van een andere ouder, maar meestal wel het doelpunt van zoon of dochter mist. Maar als je er eentje ziet, ben jij wel de eerste die begint te huilen van ontroering: ‘Kijk!! Dat is die van mij!!! Heb je dat gezien?!!’ Koffietjes wissel je af met een wijntje af en toe, zo wordt de hobby van je kind ook voor jou een positief momentje van aperitieven en gezelligheid. Oh ja, en van jezelf te verbinden met je kind en zo, blablabla…
Jij bent zo’n geval dat vindt dat jouw kind meer pijn heeft dan een ander als hij/zij gevallen is, vindt dat het nooit aan jouw kind kan liggen dat een ander kind ligt te bloeden op het sportveld en absoluut overtuigd is dat jouw kind de afgezant van de grote Messias is en eigenlijk feitelijk – puur objectief gezien en zo – ook veel beter is dan al die andere kleine, betekenisloze kinderen. Dat kan allemaal goed zijn, malle Eppie, maar wake up: we are all in this together, en Justin Bieber moet uiteindelijk ook gewoon naar het toilet gaan. Dus voor je aan je kind wijsmaakt dat het beter is dan de rest: dat is het niet, zelfs niet als het later het nieuwe tieneridool blijkt te zijn.
Jou moeten ze niets meer leren, jij bent gepokt en gemazeld in het vak ‘coördinatie van de hobby’s van de kinderen’. Je zit al zo lang in het vak ‘alle hobby’s combineren van alle kinderen’ dat je alles op automatische piloot doet. Jij bent de ouder die aanwezig is op alle wedstrijden zonder daarom echt aanwezig te zijn. Je staart een beetje voor je uit, geeft hoogstens een knikje als iemand je aankijkt en gaat zoveel mogelijk gesprekken met andere ouders uit de weg. You are a survivor en je hebt geen zin om met alle ouders van alle hobby’s van al je kinderen contact te hebben. Oké, no worries, er is toch overal wel een wijndrinkende gezelligaard in de buurt die dat van je overneemt. Dus doe gerust de cape van de onzichtbaarheid aan en doe gewoon wat je verondersteld wordt te doen. Tip: vergeet niet af en toe eens iets leuks voor jezelf te doen en te lachen, het leven is zeker geen ponykamp, maar nu ook weer niet zo erg als constant gaan zitten op een cactus of zo…
Er is een wedstrijd van zoon of dochter. Haar of zijn team
verliest.
Je zoon of dochter heeft veel activiteiten. Jij vindt dat…
Je dochter of zoon maakt een fout.
Je zoon of dochter wil nog een hobby doen.